Description: Home
Je hebt wind nodig om te vliegeren. Niet te veel, maar ook niet te weinig. Je moet eerst weten waar de wind vandaan komt en hoe sterk hij is. Je hebt het over windrichting en windkracht. Een windkracht van 3 of 4 is goed. Je hebt ook ruimte nodig om te vliegeren. Je kunt op het strand vliegeren. Of op het gras. Natuurlijk is het bos ongepast. Evenmin is het een drukke woonwijk met huizen en auto's. De vlieger vliegt dan altijd tegen dingen aan. Onweersbuien zijn erg gevaarlijk omdat vliegers bliksem aantrek
Als er wind is en er is ruimte, gaat er maar één ding verloren. De vlieger zelf. Vliegers zijn er in verschillende soorten en maten. Je kan het zelf doen. Er zijn echter ook speciale vliegerwinkels waar kant-en-klare vliegerwinkels te koop zijn. Er zijn veel soorten vliegers, maar alle onderdelen zijn hetzelfde. Stokken, stof (of papier) en touwen. De stokjes vormen het skelet van de vlieger. Er zit stof of papier op het skelet. Je kunt ook vliegeren met een touw. Het is belangrijk dat het materiaal niet te
Er zijn eigenlijk maar drie soorten vliegers. Het skelet van een vlieger is samengesteld uit twee gekruiste stokken. Het is gemakkelijk zelf te maken. De vlieger is plat en roerloos in de lucht. Je kunt ze niet beheersen.