dinsdag 6 juni 2023 – Noël Chomel onderscheidt in zijn Huishoudelyk woordboek (1743) twee soorten dromen: de natuurlijke en de goddelijke of bovennatuurlijke. Citaat:
De Natuurlyke Droomen nemen hunnen oorsprong uit de natuurlyke gesteltheid, Gemoeds-driften en dagelyksche Bezigheden. Daar zyn ’er, die den Mensch vergenoegt maken en verblyden; daar zyn ’er in tegendeel, die hem Zwaarmoedig en bedroefd maken. De meeste Droomen ontstaan uit het gene ons by dag ontmoet is, waarvan zig een flauwe en verwerde verbeelding in den Droom vertoont. […] Onder de Goddelyke Droomen worden getelt, die God of onmiddelyk [sic], of door den dienst der goede Engelen toezend, om toekomende
Veertig jaar later breidde Chalmot het lemma flink uit, maar ook hij maakte het onderscheid in twee soorten droomen. [2] Weyerman behandelt de droom al in 1729 in zijn tijdschrift Den Vrolyke Tuchtheer , maar hij neemt duidelijk een ander standpunt in: